Nicolaas “Nic” Jonk (Grootschermer, 1928 – Alkmaar 1994) was een Nederlands beeldend kunstenaar, vooral bekend geworden om zijn voluptueuze beelden van mythologische voorstellingen, vrouwen en dieren. Hij was ook actief als graficus, schilder en sieraadontwerper.
Nic Jonk kwam uit een arm boerengezin en ging op 17-jarige leeftijd het reclamevak in. In 1947 volgde hij een avondcursus aan Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Daar had hij Wessel Couzijn als leraar, die hem stimuleerde om verder te gaan. Eén dag per week vervolgde hij zijn opleiding tekenen aan de Rijksnormaalschool, eveneens te Amsterdam.
In 1949 was hij aanwezig bij de eerste Sonsbeektentoonstelling te Sonsbeek, Arnhem. Hij besloot naar aanleiding hiervan zich te gaan richten op beeldhouwkunst. In 1953 ging hij alsnog naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Drie jaar later stopte hij, teleurgesteld in de opleiding en begon hij voor zichzelf.
Van 1961 tot 1962 gaf Nic Jonk les aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch. Daarna richtte hij samen met onder andere Wessel Couzijn en Mari Andriessen Ateliers ’63 op waar hij ook les ging geven tot 1966. Hij vervaardigde het ontwerp voor de eerste (1964) Colombina en Arlecchino, theaterprijzen van de VSCD. In het cursusjaar 1974-1975 gaf hij ook nog even les op de Gerrit Rietveld Academie. In 1965 vestigde hij zich met zijn vrouw en zes kinderen in Grootschermer waar hij een beeldenpark inrichtte.
J